Begin 2004 ontmoette ik tijdens het schrijven van het eerste Calimeromarketingboek toenmailig Radio 538-directeur Jan-Willem Brüggenwirth. Hij zei dat ik met die titel best 10.000 boeken zou moeten kunnen verkopen. Ik wist dat er van een managementboek in die tijd gemiddeld 1000/1500 werden verkocht in Nederland (tegenwoordig nog veel minder). De volgende dag vertelde mijn lief dat hij al jaren een keer door de binnenlanden van IJsland wilde reizen. Ik beloofde spontaan hem te trakteren op een vakantie op IJsland als ik die 10.000 verkochte boeken zou halen.

Milaan, de stad van Calimero

Een aantal weken na verschijning van het boek kwam ik er pas achter waar de naamgever van mijn marketingfilosofie zijn naam aan dankt. Zijn bedenker Toni Pagot noemde hem naar de kerk in Milaan (die was genoemd naar de heilige San Calimero) waar hij was getrouwd. Ondanks het feit dat er al een paar duizend Calimeromarketingboeken waren verkocht, leken de 10.000 boeken nog behoorlijk ver weg. Daarom beloofde ik bij 5.000 verkochte boeken een weekendje Milaan met een verplicht bezoekje aan de Calimerokerk.

In het najaar van 2005 was het eerste ‘verkoopdoel’ gehaald en gingen we een lang weekend naar Milaan. Het eerste hoogtepunt was een bezoek aan het dak van de dom. In het vliegtuig kwam ik er pas achter dat het laatste avondmaal van Leonardo da Vinci zich in Milaan bevindt. Mijn ritueel tijdens de heenreis van elke vakantie is me te verdiepen in het reisdoel door het lezen van desbetreffende Lonely Planet reisgids. Het tweede hoogtepunt werd een bezoek aan die unieke muurschildering.

De San Calimerokerk in de Via San Calimero

Het derde hoogtepunt werd het bezoek aan ‘mijn’ kerk in de Via San Calimero. Het straatje was klein en voor auto’s doodlopend. De kerk bleek een kerkje. Met een beeltenis van de heilige Calimero boven de deur, een voortuintje en helaas voorzien van een fraai – maar gesloten – hek. We brachten een bezoekje aan de koster die om de hoek woonde en vroegen in ons beste Italiaans of we de kerk van binnen mochten zien. Dat kon een paar uur later en van binnen was het even schattig als we hadden verwacht. Ik kon me indenken dat iemand graag in zo’n intiem kerkje wilde trouwen. Het kerkje schijnt te zijn gebouwd om de resten van Sint Calimerius (zo heet hij in het Nederlands) in te bewaren, maar gezien het feit dat deze bisschop rond 280 voor Christus is gestorven, hebben we maar niet gevraagd waar we die konden zien. Het voelde al bijzonder genoeg om in de kerk te zijn waar mijn vriendje zijn naam aan dankt.